_5~
Exodus 15 27 van 12 waterfonteinen en 70 palm-boomen,
welke afschaduwingen zijn van de 12
apostelen en de 70 arbeiders (Lukas 9 en 10) —
Waterbronnen zijn van hooger waarde dan de
palmboomen, die door haar gelaafd en gevoed
moeten worden. Zoo ook beduidt de verkiezing
der 12 apostelen de grondlegging der Gemeente
van Christus, die de leer uit de handen der 12
Apostelen moest ontvangen —
De 12de, opengevallen plaats, moest dus door
God Zelve, en niet door menschelijke bemoeienis
vervuld worden, door Goddelijke openbaring en
niet door een menschelijke loterij.—
En hoort nu het koninklijk en waardig woord
van Pau'us (Galaten 1): „Paulas, een Apostel."
(geroepen niet van menschen. nóch door een
mensch, maar door Jezus Chtistus en God den
Vader, Die Hem uit de dooden opgewekt heeft)
Hoe duidelijk stelt Pauius ia 't licht, dat hij
een apostel is, niet van menschen geroepen, maat
van God alleen. In 1 Konnthe 9 1,2, verdedigt
hij eveneens zijn gezag als apostel, en in 1 Ko-rtnthe
15 8 en 9 lezen wij, dat hij zich weliswaar
de minste van de apostelen noemt, omdat hij de
Gemeente Gods vervolgd had, maar niettemin
zichzelf den titel van apostel geeft.—
Op grond van al deze teksten mogen wij dus
vrijmoedig aannemen, dat Pauius de 12de. van
God geroepen Apostel van Jezus Christus was, en
niet Matthias, van wien wij later nooit meer
iets hooren —
Hoe vaak loopen wij als Petrus, den Heer
vooruit! Hoevelen verlaten niet ontijdig hunne
aardsche betrekking, omdat zij meenen het leven
onder wereldsche menschen niet te kunnen volhouden,
terwijl de Heer toch Zelve nadrukkelijk
in Zijn laatste gebed met de discipelen gesproken
heeft: „Ik bid niet, dat Gij hen uit de wereld
wegneemt, maar dat Gy hen bewaart van den
booze."—•
Het is dus mogelijk voor een kind van God
temidden van wereldsche menschen te leven en
toch bewaard te blijven van den Booze—
Zoovelen wanen zichzelve een apostel te zijn,
terwijl ze evenmin als Matthias geroepen zijn tot
het ambt. Ze slaan een bijbeltekst op, of geven
uitsluitend acht op droomen, openbaringen en
visioenen, terwijl zij de leiding des Geestes in
hun leven, het regelen van uitwendige toestanden,
het uit den weg ruimen van aardsche moeilijkheden
niet willen afwachten.—
Ze zijn als Petrus, te haastig, te onnadenkend,
te impulsief. Inplaats van biddend en geduldig
op Jezus te zien en Hem de toekomst in handen
te geven, volgt men zijn eigen wil, de impuls
van den eigen geest, om later met diep berouw
te erkennen : „Ik heb gefaald !"
Apostelen, evangelisten, alle trouwe werkers
in Gods koninkrijk worden van God Zelve geroepen
en kunnen daarom ook later niet meer in
twijfel geraken..—
Zij weten zich een geroepene des Heeren, omdat
God hunnen arbïid zegent en bevestigt juist
op de plaats en in het ambt, waar God hun
gesteld heeft.—
Laten wij waken tegen den modernen geest van
overgeestelijkheid en dweperij, en getrouw zijn in
't verrichten onzer kleine huiselijke plichten. Op
Gods tijd, zal Hij ons over grootere dingen
zetten! M.A.
\ IM4NMMHM I t t O Q O * * * OHO A O H ) l H«OOOl »• « « M U I I t l MM £
•5s &*
K L E I N E L I C H T J E S.
»<K)00*««*t*OQ|l}o»« »oooOO«*i • « » • « • t i i M « . #*
-#m
Woorden van den Japanner Evangelist
Kagawa.
JQEN Christelijke dwaas.'
Een voorwerp van spot voor
de menschen ! Waarlijk, dat
bén ik! Veertig jaren, de
helft van 't leven, dat mij
wellicht is toegemeten, ben
ik een dwaas geweest om
Christus' wil. De zoogenaamde
wereldsche genoegens
zijn langs mij heengegaan.
Niet éénmaal heb ik,
alleen en uitsluitend voor
mijn genoegen, 'o bioscoopvoorstelling
bijgewoond. Ik
heb de helft van mijn dagen
doorgebracht, gebonden
aan een vuilnishoop, den
vuilnishoop van de maatschappij.
Als iemand, die gekrenkt is in zijn verstand,
maar koppig en vasthoudend, 'n geschikt voorwerp
voor spot en hoon, zóó heb ik m'n halve
leven voorbij zien gaan, dag na dag, onder zorgen
en tranen.
Uit de plaatsen der ontucht werd ik weggeroepen
om te staan aan den voet van 't kruis; ik